Quiche Lorraine

Bereiding

1. Snijd de boter in kleine blokjes en meng deze met de bloem. Roer 1 ei, 1 theelepel zout en 1 theelepel ijskoud water door het bloemmengsel en meng het geheel tot een homogene massa. Kneed niet te lang, want dan haal je alle lucht uit het deeg. Het deeg moet brisée zijn, wat betekent dat het gemakkelijk breekt. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het ruim een uur rusten.
2. Rol het deeg uit op een bebloemde keukenplank. Zorg dat het deeg mooi egaal is, rond van vorm en overal precies even dik. Veeg alle overtollige bloem eraf en bekleed de met bloem bestoven quichevorm met het deeg. Om het deeg van de plank naar de vorm te verplaatsen zonder dat het breekt, kun je de (bebloemde) deegroller gebruiken. Rol het deeg een stukje om de roller en til het voorzichtig op.
3. Druk het deeg goed aan tegen de rand van de vorm en snijd het overtollige deeg bij de randen af. Druk daarna met je duim de rand nog iets terug, zodat de vulling er straks mooi in blijft staan. Prik met een vork gaatjes in de bodem, zodat er geen lucht onder blijft zitten.
4. Snijd het spek in kleine blokjes en bak ze gaar in een pan met een dikke bodem met een beetje olijfolie. Voor een quiche hoeven de spekjes niet krokant te zijn.
5. Verwarm de oven voor op 200 °C. Meng in een kom de eieren met de melk, de crème fraîche en de kaas en breng op smaak met zout, zwarte peper en nootmuskaat. Verdeel de spekjes over het deeg en schenk het eimengsel erover. Bak de quiche eerst 10 minuten onder in de oven, zodat de bodem goed gaar wordt. Verplaats daarna het rooster naar het midden en draai de oventemperatuur terug naar 180 °C. De randen en vulling van de quiche hebben nu, afhankelijk van de oven, nog een minuut of 30 nodig om te garen. Prik een satéprikker in het deeg: komt de prikker er 'schoon' uit, dan is de quiche gaar.